dinsdag 10 april 2012

Een Paassik 2012

Traditie getrouw, om de vijf jaar, met pasen een sik. Vijf jaar geleden alweer de oersik, nu de gewone sik! Een joekel is het in vergelijking met de oersik, maar desondanks is het een klein locje. Wel met heel veel details, en niet te vergeten in eindeloze hoeveelheden varianten. Dat komt omdat deze machines lang dienst deden, en in de loop van de tijd de veranderingen in de tijd hebben meegekregen. Voorals nog ben ik beetje bij beetje de verschillende varianten en uitvoeringen aan het ontleden via het beneluxspoor.net en nlmd. Korte samenvatting tot nu toe: Bouwserie 1: 201-212 Werkspoor 1934 Bouwserie 2: 213-253 Werkspoor 1935 Bouwserie 3: 254-280 Werkspoor 1936 Bouwserie 4: 281-306 Wpl Zwolle 1938 Bouwserie 5: 307-321 Werkspoor 1940 Bouwserie 6: 322-369 Werkspoor 1949-1951 Alle vooroorlogse sikken zijn gebouwd met de automatische koppelingen, van de naoorlogse ben ik niet zeker, op de fabrieksfoto van de 362 staan ze niet. De motorluiken waren van de loks 201- tot 259 drie stuks lage deuren, welke naar boven schanierden. Vanaf lok 259 waren de twee motorluiken groter en schanierden aan de buitenzijde. bij de drie deuren was het ronde werkspoor logo boven de middelste deur aangebracht. Deze originele huiven zijn bij revisie's aangepast aan het latere ontwerp.  Volgens de fabrieksfoto van de 284 is bij de zwolse locomotoren de motorhuif gedeeld, het motor en generator deel zijn los van elkaar te verwijderen. de handgrepen lopen ook niet meer door. Het rolgordijn is bij alle locomotoren aangebracht, en rond 1951 vervangen door de jalouzie. De eerste zandkisten zijn rond 1940 verschenen. De locomotoren van de eerste bouwserie hebben vierkante gaten in het frame, de later geleverde ronde (er zitten ook nog 4 stuks tussen met half rond/half vierkante gaten, maar ik weet zo niet welke nummers). De eerste serie hadden ook een vierkante luchtinlaat voor de generator, welke vanaf de tweede serie rond werd. vanaf bouwserie 4 komen deze luchtinlaten niet meer voor, bij de andere lokken zijn deze ook komen te vervallen. De kenmerkende fluit is ook pas in de jaren 40 aangebracht, daarvoor hadden ze een thyphoon op het dak of aan de linker zijde van het mcn huis. Als voorbeeld bij de hand heb ik NS 232 welke bij het Seinwezen in Haarlem staat, en de Goes-Borsele Sik NS 264. Ik ga proberen in messing een tikje te maken, vooroorlogs model, dus met een rolgordijn, zonder zandkasten en het liefst een tyfoon op het dak. Ik begin met een kap en een ready to run onderstel van Rivarossi. Eventueel later bouw ik nog een nieuwe aandrijving, mocht de kap goed gelukt zijn. Tot zover

Geen opmerkingen: